Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Benhadad hoorde naar den koning Asa, en zond de oversten der heiren, die hij had, tegen de steden van Israel; en sloeg [39]Ijon, en [40]Dan, en [41]Abel Beth-maacha, en het ganse Cinneroth, met [42]het ganse land Nafthali. 39. Een stad, naar eniger gevoelen, in den stam van Aser gelegen, anderen stellen haar in den stam van Naftali. Zie van dezelve ook 2 Kon.15:29, en 2 Kron.16:4. 40. Zie Gen.14:14. 41. Anders genaamd, Abel-Maim, 2 Kron.16:4, gelegen, zo sommigen menen, in Manasse, of, alzo enige kaarten uitwijzen, in Nafthali. Zie van deze stad ook 2 Sam.20:15; 2 Kron.16:4. 42. Een landschap, gelegen in Nafthali omtrent de zee Gennesareth. Zie Joz.11:2.